Habitatverlies en versnippering zijn de grootste bedreigingen voor de natuur op eilanden.
Meer dan 100 jaar geleden merkte de Franse ecoloog de Candolle op dat "het uiteenvallen van een grote landmassa in kleinere eenheden noodzakelijkerwijs zou leiden tot het uitsterven of plaatselijk uitroeien van één of meer soorten en het differentiële behoud van andere" (1).
Er is steeds meer bewijs voor de negatieve gevolgen van verstedelijking op de biodiversiteit, het meest direct in de vorm van habitatverlies en fragmentatie. Versnipperingsexperimenten - enkele van de grootste en langst lopende experimenten in de ecologie - leveren duidelijk bewijs voor de sterke en typisch negatieve effecten van habitatversnippering op de biodiversiteit en ecologische processen. Een belangrijke impact van de uitbreiding van stedelijke gebieden op inheemse soorten is hun verspreiding door veranderingen in habitatconfiguratie en connectiviteit.
Verstedelijking beïnvloedt biodiversiteit en ecosysteemdiensten zowel direct als indirect.
Directe invloeden bestaan voornamelijk uit het verlies en de achteruitgang van habitats, gewijzigde verstoringsregimes, gewijzigde bodems en andere fysieke transformaties veroorzaakt door de uitbreiding van stedelijke gebieden. De meest voor de hand liggende directe impact van verstedelijking op de biodiversiteit is de verandering in landbedekking.
Indirecte invloeden zijn onder andere veranderingen in de beschikbaarheid van water en voedingsstoffen, toename van abiotische stressoren zoals luchtvervuiling, toename van concurrentie van uitheemse soorten (2).
Habitatverlies, isolatie en veranderingen in het microklimaat zijn de belangrijkste effecten van versnippering op landschapsniveau, wat inteelt veroorzaakt en de zaadproductie van plantenpopulaties vermindert en de samenstelling van plantengemeenschappen verandert (3).
Vernietiging en aantasting van natuurlijke ecosystemen zijn de belangrijkste oorzaken van de afname van de wereldwijde biodiversiteit. Habitatvernietiging leidt typisch tot fragmentatie, de opdeling van habitat in kleinere en meer geïsoleerde fragmenten, gescheiden door een matrix van door mensen veranderde bodembedekking. Het verlies aan oppervlakte, de toename in isolatie en de grotere blootstelling aan menselijk landgebruik langs de randen van de fragmenten leiden op lange termijn tot veranderingen in de structuur en functie van de overblijvende fragmenten (4).
Bronnen:
1. Behoudsbiologie, 1992, hoofdstuk 8 Larry D. Harris en Gilberto Silva-Lopez
2. The Routledge Handbook of Urbanization and Global Environmental Change, 2016, hoofdstuk 10 Thomas Elmqist, Wayne C. Zipperer en Burak Güneralp.
3. Determinanten van landdegradatie en fragmentatie in semi-aride vegetatie op landschapsschaal, Yolanda Pueyo, Concepción L. Alados en Olivia Barrantes.
4. Habitat fragmentation and its lasting impact on Earth's ecosystems, Sciences Advances, maart 2015, 24 auteurs waaronder Nick Haddad, Andrew Gonzalez, Lars Brudvig.